Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceerde onlangs het onderzoeksrapport 'Groene ruimte in de gebouwde omgeving'. Dit rapport maakt duidelijk dat groene ruimte in de gebouwde omgeving veel specifieker benaderd moet worden dan tot nu toe vaak gebeurt. In de openbare ruimte, maar zeker ook in particuliere tuinen. Hierbij is kennis van de lokale situatie en vakmanschap van groenprofessionals cruciaal.
Voor beleidsmakers en hoveniers en groenvoorzieners die werken aan leefbaarheid, gezondheid en klimaatadaptatie, bevat het rapport waardevolle lessen. Het laat zien dat niet elk type groen dezelfde impact heeft, iets wat wij als groenprofessionals natuurlijk allang weten. De kwaliteit én samenstelling van groen zijn bepalend voor hoe bewoners hun leefomgeving waarderen. Gemengd groen - een combinatie van bomen, struiken en lage beplanting - wordt het hoogst gewaardeerd door bewoners. Dit biedt concrete handvatten voor jou als groenprofessional om investeringen in de buitenruimte slimmer en effectiever in te zetten. Goed om dit nog nadrukkelijker met je opdrachtgevers en klanten te bespreken.
Eén maat past niet overal
Het onderzoek maakt onderscheid tussen zes typen buurten, van dorpse tot hoogstedelijke wijken, en koppelt daar verschillende groenvormen aan. Belangrijk inzicht: wat werkt in een parkachtige setting, hoeft in een stedelijke woonwijk niet dezelfde waardering te krijgen. Dit onderstreept dat beleid gebaat is bij maatwerk per buurt. Eerder beleid was veelal 'one size fits all', maar in dichtbebouwde binnensteden zijn andere oplossingen nodig dan in wijken in het buitengebied. Denk aan verticale tuinen, compacte groene zones of innovatieve hydrologische ingrepen afgestemd op de specifieke bodem en ruimtelijke kenmerken. Daarmee ontstaan efficiëntere, betaalbare en kleinschalig toepasbare groene ingrepen. Zo'n maatwerkaanpak vraagt om samenwerking met groenprofessionals, de makers van die oplossingen.
Snelle baten van groen
Opvallend is dat bewoners uit zowel lagere als hogere inkomensgroepen groen in hun omgeving waarderen. Groenbeleid is daarmee geen luxe, maar een breed gedragen behoefte. Voor gemeenten en corporaties betekent dit dat investeren in groen bijdraagt aan gelijke kansen, sociale cohesie en aantrekkelijk wonen. Met gerichte maatregelen per buurttype zijn bovendien sneller effecten te boeken op het gebied van biodiversiteit, hittebestrijding, waterbeheer én mentale gezondheid.
Conclusie
Het nieuwe PBL-rapport bevestigt: groen is geen generieke ingreep, maar een cruciale bouwsteen voor leefbare steden en dorpen. Beleidsmakers die hun keuzes afstemmen op deze inzichten, krijgen de kans om buitenruimte niet alleen groener, maar ook waardevoller te maken. Daarbij zijn groenondernemers de onmisbare partners voor het realiseren van dit maatwerk.
Lees hier het volledige rapport
